Concert: dEUS – Ancienne Belgique – 5 mei 2008

Posted in Concert, Muziek with tags , , , on mei 6, 2008 by Frank

dEUS - Popular Culture
foto Gewoon Toon

dEUS sloot gisteren de kleine club tour voor ons land af met een concert in de AB, naar verluidt het snelst uitverkochte concert aldaar. Een bijzonder hoogstaand concert alweer, waarbij de groep vooral putte uit het nieuwe album, Vantage Point. Wat tijdens de concerten twee jaar geleden na de vorige plaat al duidelijk werd, werd gisteren helemaal bevestigd: nog nooit klonk dEUS zo hecht, zo goed op elkaar ingespeeld als in deze bezetting. Het concert laat zich nog het best omschrijven als een pletwals, waarbij dEUS als een haast foutloze machine over de zaal denderde.

De nieuwe songs overtuigen niet enkel op cd, maar ook live. Al van bij opener When She Comes Down zat de vlam erin, en ook het bijzonder overtuigende Is a Robot en single The Architect (een aanstekelijk vocaal pingpongspel tussen Tom Barman en Mauro Pawlowski) blijken aanwinsten in de setlist. De nieuwe nummers werden afgewisseld met ouder werk als Sun Ra, Bad Timing, Instant Street en Theme from Turnpike, met een glansrol voor gitarist Mauro Pawlowski in het nieuwe einde van deze song, door de fans soms Turnpike from Hell genoemd. Hier en daar werd een rustpunt ingelast, zoals met het mooie, melodieuze Smokers Reflect, of het Leonard Cohen-achtige Nothing Really Ends (weer eentje uit de oude doos).

De bissen brachten ons verrassingen (een gastrol voor Lies “Mintzkov” Lorquet tijdens Eternal Woman, het kinderkoor in de afsluitende hymne Popular Culture) en certitudes (Roses, en uiteraard Suds & Soda, op elk dEUS-concert weer de ultieme party).

Geen opmerkingen? Ja toch, zij het een kleintje. De klankmix kon beter; ik had de indruk dat de sound pas ok was tegen het einde van het concert. Daarvoor gingen er hier en daar wat subtiliteiten en accenten verloren in de machtige wall of sound die de groep optrok. Zelfs in de schaarse bindteksten was voorman Tom Barman bijna onverstaanbaar (zoals in zijn opmerking dat Ozark Henry “naar zijn kloten had gekregen” omdat hij ook Frans sprak in de AB, waarna Barman het volgende nummer doodleuk zelf in het Frans aankondigde).

Ook nog een pluim gooien naar support act The Blackbox Revelation. Buiten de naam had ik nog niks gehoord van deze twee enthousiaste jongeren, maar de eerste kennismaking smaakt zeer zeker naar meer. Krachtige bluesrock-gitaarakkoorden, een energieke drummer (Animal-style) en enkele toch wel overtuigende songs. Er zit muziek in, zeggen ze dan…

Concert: An evening with eels – 4 maa 2008 – Koninklijk Circus

Posted in Concert, Muziek with tags , , , , on maart 5, 2008 by Frank

E, alias Mark Oliver Everett, is een intrigerend man. Een man ook met een dramatische achtergrond: moeder overleden aan longkanker, zuster zelfmoord gepleegd, vader overleden aan een hartaanval. Vooral die vader is een opmerkelijk figuur: Hugh Everett III is namelijk de bedenker van de theorie van de parallelle universa. Onbevredigd als hij was met de verklaringen die Niels Bohr gaf aan een aantal fenomenen in de wereld van de quantumtheorie, bedacht vader Everett deze theorie, waarmee hij in eerste instantie voor freak werd aanzien in de academische wereld. Teleurgesteld trekt hij zich terug in een baantje op het Pentagon (hij kwam uit een militaire familie) en in te veel alcohol, en pas op het einde van zijn leven werd hij gewaardeerd, en nu wordt hij beschouwd als een van de belangrijkste figuren van de quantumtheorie.

Toen Mark zijn vader vond (hij belde nog de hulpdiensten, maar te laat) en hij in zijn armen stierf, kende Mark zijn vader niet zo goed; een goed gesprek of fysiek contact tussen vader en zoon was ten huize Everett not done. Pas na zijn dood begon het E te dagen dat zijn vader een soort rockster was in zijn academische wereld, en die zoektocht naar de mens achter zijn vader werd door de BBC in een beklijvende reportage gegoten, die gisteren als voorprogramma van het eels-concert werd vertoond.

Want Mark Oliver Everett, dat had u al begrepen, is nu de voorman van eels. eels is eigenlijk een steeds wisselend gezelschap rond Everett, en gisteravond werd dat gezelschap beperkt tot één andere muzikant: de ronduit fenomenale allessbespeler The Chet, pseudoniem voor Chet Lyster. Ook in zijn songs draait bij E alles schijnbaar rond het principe minder is meer; zelden overstijgen zijn composities de grens van de drie minuten. Maar in dat korte tijdsbestek zit dikwijls zoveel grandioze melodische pracht, dat meer ook niet nodig is. En dan heb ik het nog niet over zijn teksten gehad, waarin hij de trauma’s uit zijn leven verwerkt.

E wisselde gisteren af tussen gitaar, piano en drums, terwijl The Chet gitaar, orgel, celeste, zaag en drums bespeelde. Everett selecteerde nummers uit zijn hele oeuvre, veelal autobiografisch van opzet, en schetste zo een muzikale autobiografie. Hoogtepunten, kippenvelmomenten bij de vleet tijdens dit concert: opener Packing Blankets, de twee Souljackers (Part 1 als een stekelige delta blues, Part 2 een ingetogen pianoballad), Elizabeth on the Bathroom Floor (over de eerste zelfmoordpoging van zijn zus), Last Stop: This Town, I Like Birds, Flyswatter (waarin E en Chet wisselden van piano naar drums en terug, zonder ook maar een beat te missen), ik kan blijven doorgaan. Tussendoor las Chet voor uit de zo pas verschenen autobiografie Things the Grandchildren Should Know, en gaf E in zijn bindteksten af en toe blijk van de hem zo typische zelfrelativerende humor, wellicht zijn manier om de familiale drama’s te verwerken.

Tijdens de bissen volgde nog een hoogtepunt met I’m Going to Stop Pretending That I Didn’t Break Your Heart, en daarna was het gedaan, een concert zo prachtig dat de rillingen nu nog over mijn rug lopen. De concurrentie zal al van goeden huize moeten zijn om dit nog te overtreffen…

Concert: Black Francis – 26 feb 2008 – Botanique

Posted in Concert, Muziek with tags , , , on februari 27, 2008 by Frank

Animal van The Muppet Show leeft! En hij speelt drums bij Bobbie Peru, een Brits combo dat gisteren support act mocht spelen voor het Black Francis-concert. Een merkwaardig combo, dat wel: naast de drummer die er niet alleen uitzag als Animal, maar ook in dezelfde stijl drumt (inclusief een oerschreeuwtje op zijn tijd), waren er nog een bassist met een hanenkam en een zanger/gitarist met een nerd-kapsel, die verder gekleed ging in een rode overall, behangen met medaillons. Muzikaal mengde Bobbie Peru stoner rock met new wave van de late jaren 1970, genre Wire, XTC en Devo (ik vermoed zelfs een Devo-cover gehoord te hebben). Van een groep die met zijn groepsnaam refereert aan één van de meest memorabele karakters uit het oeuvre van David Lynch, wil ik me toch meer herinneren dan enkel de drummer.

Black Francis kent u dan weer vooral als de zanger van de Pixies, niet geheel en al ten onrechte één van de meest mythische groepen in het genre van de punk-gitaar-rock. Na de split van zijn groep ging Charles Thompson (zoals de man in werkelijkheid heet) vele jaren als Frank Black door het leven. Zijn solocarrière bleef echter altijd in de schaduw staan van de herinnering aan de Pixies, en dat was grotendeels ook terecht. Na de reünie van de Pixies enkele jaren geleden, nam hij weer de naam Black Francis aan, en bracht als dusdanig het album Bluefinger uit, een soortement rock opera die het leven vertelt van de Nederlandse muzikant/schilder Herman Brood.

En het was uit deze Bluefinger dat Black Francis gisteren vooral putte. Meestal waren de versies die hij live speelde, beter dan die op de cd – zo rockte Threshold Apprehension een vrolijk eind weg, overtuigde Tight Black Rubber met een pompende baslijn, en Angels Come to Comfort You en Lolita waren ronduit mooi. Schoonheid kan dus ook uit een simpele gitaar-bas-drum opstelling komen. Andere songs bleven in mijn ogen twijfelaars (Test Pilot Blues, of de Brood-cover You Can’t Break a Heart and Have It). Hier en daar speelde Black Francis een song uit ChristmassDead Man’s Curve en (Do What You Want) Gyaneshwar waren ook weer overtuigender dan op de plaat. Black Francis excuseerde zich schertsend voor de saaie opera, verliet breed lachend het podium, en kwam niet meer terug voor bisnummers. En ook geen Pixies-songs gehoord. De man heeft aan de recente reünie duidelijk een wrang gevoel overgehouden.

Al bij al een fijn concert, met enkele sterke momenten. Maar misschien was ik toch beter een derde maal naar Zita Swoon in a Box geweest…

Concert: Willy DeVille – 16 feb 2008 – Ancienne Belgique

Posted in Concert, Muziek with tags , on februari 17, 2008 by Frank

Willy DeVille - foto ShakeFrog
foto: ShakeFrog

Willy DeVille. Zo heel vertrouwd ben ik niet met zijn muziek. Ik ken hem vooral van enkele (radio)hitjes, nog veelal daterend uit de Mink DeVille-periode (u weet wel, de jaren ’80 van vorige eeuw – ik word oud). Gisteren, in de AB, kwam hij een nieuwe plaat voorstellen, Pistola. Hij deed dat samen met de zogenaamde Mink DeVille Band: een drummer, een percussionist, een bassist, een (macho) gitarist, een pianist, en twee zwarte backing zangeressen – u kent dat wel, van het soort dat lekker in het vlees zit.

Afgaande op het concert moet die nieuwe cd nogal bluesy klinken. Veel – luide – blues-gitaarakkoorden, DeVille die regelmatig blues-schema’s uit een mondharmonica toverde, hier en daar gekruid met een funky baslijn of een latino-ritme. Niet slecht allemaal, maar het ging soms een beetje aan mij voorbij. Al kon dat ook wel komen door een eerder moeilijke start (ik had de indruk dat DeVille zich in het eerste deel van het concert nogal druk maakte over een paar onduidelijke technische beslommeringen), en ook het feit dat “de Willy” niet geheel en al nuchter leek, speelde me soms parten. Anderzijds was vooral de tweede helft wel aangenaam, en presenteerde hij ons op een aantal zeer genietbare songs. Hier en daar een oude bekende in de setlist geschoven (Spanish Stroll, Italian Shoes, Demisado Corazon), en ook enkele leuke covers (Hey Joe, en vooral Heartbreak Hotel), en de eindbalans is toch positief. Al hadden die twee zangeressen wel iets minder in de mix weggestopt gemogen.

Concert: Neil Young – 11 feb 2008 – Stadsschouwburg

Posted in Concert, Muziek with tags on februari 13, 2008 by Frank

Neil Young, ofte Dinosaur Sr., speelde ten dans in de Antwerpse Stadsschouwburg maandagavond. Nu ja, ten dans, er staan klapstoeltjes in de zaal, en ook het concert zelf was niet echt om te dansen. Maar dat hoeft ook niet, naar een Neil Young-concert ga je vooral voor de man, zijn songs, en zijn gitaarspel. Alle drie waren ze in grote doen maandagavond.

Na een gezellig, maar wat te vlak, optreden van echtgenote Pegi, speelde Young eerst een uur akoestisch, en solo. Hij koos daarbij uit een leger van 7 gitaren, twee piano’s, een banjo en een hele resem mondharmonica’s. Van opener From Hank to Hendrix, over klassiekers als Harvest en A Man Needs a Maid, tot afsluiter Love Is a Rose hield Young zijn publiek in de ban. Tussendoor leek hij wat verstrooid rond te dwalen op het podium, schijnbaar inspiratie zoekend, en/of mijmerend over de ouderwetse stage lights, iets wat je tegenwoordig nog zelden ziet. Hij gaf ook toe dat alle liedjes op elkaar lijken, but hey, what can you do

Na een pauze van 20 minuten was Young terug, nu met zijn electrische gitaar, en begeleid door Ralph Molina (drums), Ben Keith (gitaar, steelguitar en piano) en Rick “the Bass Player” Rosas, die hij voorstelde als een relatively new group member (hij speelde nog maar 20 jaar met Young). De electrische set opende met een stevig Mr. Soul, gevolgd door nog een klassieker, Everybody Knows This Is Nowhere. Ook minder bekend werk kwam aan bod, waaronder – tot mijn grote vreugde – Winterlong, een song die u vooral in de versie van de Pixies kent. Young speelde gitaar alsof zijn leven ervan af hing, hij leek bij momenten te willen opstijgen van de grond. De set werd besloten met een lang uitgesponnen, maar absoluut fabuleuze versie van No Hidden Path, van zijn nieuwste cd Chrome Dreams II.

Als extraatjes serveerde Young het publiek op twee absolute klassiekers, Cinnamon Girl en Cortez the Killer. Het was bijna middernacht, een kleine drie uur muziek dus, en ik heb Neil Young gezien als een mens van vlees en bloed, niet als een plaatje in de verte op een veel te groot podium. Dat alleen al was de erg hoge ticketprijs waard. Daarenboven straalt de man zoveel charisma uit met enkele simpele gitaarakkoorden, dat het concert een haast religieuze ervaring werd – en aan de reactie van sommige fans te horen was het dat voor hen ook. Daarenboven is de Antwerpse Stadsschouwburg een absolute ontdekking als concertzaal, ongetwijfeld vanuit akoestisch standpunt de beste concertzaal die ik ooit mocht meemaken.

5 * 3 * 2007

Posted in Algemeen, Muziek, Stomspel with tags on december 30, 2007 by Frank

3 artiesten die ik in 2007 leerde kennen

Tom Pintens
Eva De Roovere
– vele hitparade muziekjes, type Martin Solveig, die bruno.fm draait (ik had de hitparade al jaren geleden opgegeven, en er is echt niks dat mij van gedacht doet veranderen)

3 dingen die ik niet licht zal vergeten

– de aankondiging dat mijn werkgever als gevolg van overnamestrijd in drie stukken wordt gekapt
– de finale van de 4 * 100 meter op het wk atletiek (ik kwam net bij mijn ouders binnen toen de wedstrijd op gang werd geschoten)
– de babbel met Steve Wynn na het Danny & Dusty-concert

3 stommiteiten/blunders

– aan een collega vragen hoe het met zijn vrouw ging, terwijl hij al geruime tijd gescheiden was
– over mijn eigen voeten struikelen in de Sint Katelijnestraat (nee, er lag echt geen uitstekende steen of kassei)
– de derde kan ik me niet herinneren

3 dingen waar ik trots op ben

brusselblogt
– deze blog
– mijn bonom-foto’s in een tijdschrift (Move X)

3 gekochte of gekregen dingen

veel cd’s
– nog veel meer dvd’s
– mijn Sony W950i toestel

3 mensen die dit stokje van mij krijgen

– Guy van Boleuzia
Peter
Bruno

Concert: Admiral Freebee – 14 dec 2007 – Ancienne Belgique

Posted in Concert, Muziek with tags on december 15, 2007 by Frank

Drie concerten in vijf dagen – Deel 3

Admiral Freebee solo. Tom Van Laere was gisteren in de ab inderdaad alleen op het podium. Samen met zijn instrumenten: een piano, drie akoestische gitaren (waarvan een ongebruikt), vier electrische (waarvan drie ongebruikt), een banjo, en een hele resem mondharmonica’s. In een intieme sfeer was het publiek getuige van een man en zijn songs. Songs, die in deze sobere versies duidelijke associaties oproepen met de groten in het genre (Dylan, Young, J.J. Cale,…). Van J.J. Cale bracht Van Laere trouwens Magnolia, van Bob Dylan was er Man in the Long Black Coat, beide erg doorleefd gespeeld en gezongen, je kon een speld horen vallen in de ab.

Daarnaast waren er natuurlijk Van Laere’s eigen songs. Meer nog dan in de stevige rockversies, meer nog dan in de geproduceerde albumversies, viel op hoe goed die songs eigenlijk zijn. Nu eens aangrijpend emotioneel, dan weer behoorlijk humoristisch, steeds wist Van Laere de aandacht van het publiek vast te houden. De songs kwamen uit de drie albums van Admiral Freebee, hier en daar, vooral naar het einde van de set en in de bisnummers, doorspekt met nieuw werk, dat blijkbaar geprogrammeerd staat voor het volgende album dat in 2008 zou moeten verschijnen. Hoogtepunten opnoemen is moeilijk, ik had het gevoel dat het hele concert een langgerekt hoogtepunt was. Toch nog een speciale vermelding voor het helemaal herwerkte Oh Darkness, en voor bisnummer Get Out of Town, waarin Van Laere na het zinnetje I need a change uit een transistor overtuigende plattelandsgeluiden liet horen.

Admiral Freebee solo was sober, een tikkeltje eigengereid (zoals we Van Laere kennen), maar bovenal zeer sterk. Tom Van Laere heeft niet noodzakelijk een groep nodig om te schitteren, meer zelfs, de man wordt sterker wanneer hij tot de essentie wordt herleid: zijn songs.

Concert: Hooverphonic – 12 dec 2007 – Ancienne Belgique

Posted in Concert, Muziek with tags , , on december 12, 2007 by Frank

Geike Arnaert - foto Bart Azare
foto: Bart Azare

Drie concerten in vijf dagen – Deel 2

Hooverphonic speelde vanavond de premiere van hun nieuwe show, ter promotie van het nieuwe album. Het voorprogramma werd verzorgd door The Go Find, de groep van Orange Black zanger Dieter Sermeus. The Go Find grossiert in melodieuze poprock, waarin regelmatig referenties aan britpop bands a la Bloc Party te horen vallen. Twee gitaren, een ondersteunende bas, een expressieve drummer, en een toetsenman (de jarige Joris Caluwaerts of Zita Swoon fame), samen goed voor een aantal verdienstelijke songs. Een ontdekking, wat mij betreft.

Hooverphonic dan. Op hun nieuwe plaat The President of the LSD Golf Club verleggen ze het accent een beetje qua arrangementen; daar waar de groep het vroeger zocht in orkestrale dingen (strijkers, brede synths) ligt nu meer de nadruk op sixties instrumenten, zoals orgeltjes, clavecimbels of mellotrons. Elementen die trouwens ook op ouder werk nu en dan opdoken, maar dan eerder sporadisch. Daarnaast valt op dat songschrijver Alex Callier meer vocals voor zijn rekening neemt, zonder echter de centrale plaats van zangeres Geike Arnaert teniet te doen.

Op een podium werkt deze formule wonderwel. Minder bombast, meer emotie, en meer zweet was het resultaat. Songs als Circles, Stranger of nieuwe single Gentle Storm overtuigden echt. Bekende nummers als Dirty Lenses of Jackie Cane klonken frisser dan ooit. No More Sweet Music verraste met een swingend slot, waarin we ons even op een rockabilly show uit de jaren ’60 waanden, en ook Sometimes kreeg een verrassend nieuw arrangement, steunend op een pianoriedel geleend van John Lennon.

Daarnaast waren er de bekende hits (Eden, Club Montepulciano, Mad About You, Vinegar & Salt,…) die bij het publiek op meezingen werden onthaald. Deze soberder, meer relaxte uitvoering van Hooverphonic staat me wel aan. Gaat dat zien! (Ook donderdagavond nog in de Ancienne Belgique, voor zover ik weet zijn er nog tickets.)

Concert: Thurston Moore – 10 dec 2007 – Ancienne Belgique

Posted in Concert, Muziek with tags , on december 10, 2007 by Frank

Thurston Moore - foto Markie69
foto Markie69

Drie concerten in vijf dagen – Deel 1

Bijna dag op dag een jaar nadat Thurston Moore met zijn hoofdberoep Sonic Youth in Schaarbeek passeerde, kwam hij nu zijn recente solo uitstapje Trees Outside the Academy voorstellen in de ab. Trees is een plaat waarop het gebruik van akoestische gitaren opvalt, wat Moore echter niet belet zijn unieke, tussen melodieuze pop, hardcore punk en avant garde noise schipperende muziekstijl trouw te blijven.

De akoestische trend zette zich vanavond door op het podium: twee akoestische gitaren (naast Moore, was er Chris Brokaw, bekend van Come en Codeine) en een viool (Samara Lubelski), begeleid door bassist Matthew Heyner en Sonic Youth-drummer Steve Shelley. Moore bracht zowat de hele recente cd, nu eens stevig rockend dan weer dromerig zwevend, en ondanks de akoestische opstelling hier en daar gekruid met een stevige noise en feedback opstoot. Moore bedankte het publiek voor de opkomst, we hadden net zo goed naar het reunie concert van Led Zeppelin in Engeland kunnen gaan. Naarmate de set vorderde sloeg de begeestering over op de zaal. En toen tijdens de bissen (met enkel nummers uit Moore’s vorige solo-plaat Psychic Hearts uit 1995) dan toch de elektrische gitaren werden bovengehaald, kreeg Moore de ab in lichterlaaie. Mijn oren galmen nog wat na, maar ik was getuige van een goed tot uitstekend concert. Ook zonder Sonic Youth staat Thurston Moore zijn mannetje.

Concert: De Mens – 30 nov 2007 – Beursschouwburg

Posted in Concert, Muziek with tags , on december 2, 2007 by Frank

De Mens - foto Luts
Foto Luts

Terwijl buiten de drukte van de Kerstmarkt op gang kwam in een druilerige regen, speelde De Mens het laatste concert in de reeks 15 Jaar De Mens. En dat in dezelfde zaal waar het 15 jaar eerder begon: de Brusselse Beursschouwburg. “Eindelijk terug in Brussel”, zei Frank Vander linden terecht, vastbesloten er een feest van te maken.

En een feest is het geworden. De aftrap werd gegeven met een stomend Luide Muziek in Kleine Auto’s, de single uit hun nieuwste cd Onder de Duinen. Er volgde nog een reeks nummers uit die plaat waarvan vooral Onder de Duinen en Blind, Doof of Erger bleven hangen. En daarna begon het feest pas echt met een bloemlezing uit het oeuvre van de groep, een soort best of als het ware, waarbij opvalt hoeveel klassieke Vlaamse rocksongs Vander linden, Michel De Coster en Dirk Jans op hun kerfstok hebben staan. Kim Is Dood, Zonder Verlangen, Sex Verandert Alles, Jeroen Brouwers (Schrijft een Boek), En in Gent, Sheryl Crow I Need You So, Ergens Onderweg en tijdens de bissen Dit Is Mijn Huis (Vander linden: “Gewoonlijk spelen we dat niet, want dat huis hebben we niet meer.” De Coster: “Irene heb je toch ook niet meer?”), Maandag en Irene: het feest kon niet op, de zaal ging uit zijn dak, en de fanclub had een verjaardagstaart bij. Ook nog een moment van ontroering, toen Vander linden solo het mooie Moet Ik Dankbaar Zijn? bracht.

Game, set en match voor De Mens, en veel geluk voor de volgende 15 jaar.